De innerlijke brandstof van Jan de Graaf

De innerlijke brandstof van Jan de Graaf

20 april 2023

“Wat betekent werk eigenlijk voor jou?” De belangrijkste vraag van dit bijzondere afscheidsinterview wordt meteen op tafel gegooid. Jan de Graaf, tot voor kort werkzaam bij Koppel-Swoe, lacht. “Poeh. Tja…” Er volgt een monoloog die eindigt met een fraai antwoord op die vraag…

“Werk, hmm. Waar zal ik eens beginnen… Ik ben na de lagere school en de middelbare school best vaak geswitcht qua carrière. Mijn ouders hadden een boerderij in Emst. Daar moesten wij als kinderen natuurlijk ook helpen. Ook ben ik natuurlijk in militaire dienst gegaan. Halverwege die diensttijd werd mijn vader ziek. Daarom heb ik tien maanden gewerkt op de boerderij van mijn ouders. Vervolgens ben ik weer in dienst gegaan om de diensttijd af te maken.”

“Het eerste echte baantje waar ik geld mee verdiende, was in een vetsmelterij in Vaassen. Het afgepompte vet uit de verzamelde blikken en vaten was onder meer bestemd voor de make up-industrie.”

“Dit heb ik een jaartje gedaan. Toen ben ik toch maar gaan studeren. Ik doorliep de Sociale Academie in Arnhem. Ik volgde daar twee studies. Maatschappelijk Werk en Sociaal Cultureel Werk. Die studententijd was natuurlijk prachtig. Maar ik merkte bovenal dat dit studies waren die bij me pasten. In Tiel ging ik aan de slag als vrijwilliger bij het Jongeren Advies Centrum.”

SSCW

“Voor de militaire dienst heb ik eerst nog even gewerkt als computeroperator (een bedrijf in Wapenveld werkte toen met de eerste serie computers van Nederland), maar ik kwam erachter dat ik meer binding met welzijn en maatschappelijk werk had. Ik ben tijdens mijn studie bij de SSCW (Stichting Sociaal Cultureel Werk) in Epe terecht gekomen. Heel eerlijk? Ik ben daar toevallig binnen komen waaien en nooit meer weggegaan. Deze stichting was de voorganger van Koppel-Swoe.”

“De jaren dat ik hier werkte, waren zeer divers. Ik heb veel verschillende functies bekleed. Ik was algemeen medewerker, welzijnsmedewerker, straathoekwerker, coördinator van het jongerenwerk en coördinator van de welzijnstak van Koppel-Swoe. Mijn twee studies sloten wat dat aangaat perfect aan.”

“Waarom ik nooit uit deze gemeente ben weggegaan, zul je je misschien wel afvragen. Nou, ik vond het altijd heel leuk om te werken waar je woont. Ik woonde eerst jaren in de Molukse wijk in Vaassen en ben vervolgens naar Epe verhuisd. Ik werkte in dezelfde gemeente. Uiteindelijk kent iedereen je en maak je altijd wel een interessant praatje. Dat leggen van verbindingen past goed bij me. En het is volgens mij ook heel belangrijk geweest in mijn werk.”

‘Protestspandoeken worden overlegstructuren’

“Natuurlijk was dat werk aan het begin van mijn carrière anders dan toen ik anderhalf jaar geleden afscheid nam. Ooit, in de jaren zeventig, stond je als sociaal werker vaak op te boksen tegen de overheid. De laatste jaren van mijn werkzame leven ontstond er veel meer een situatie dat je het samen moest doen. De protestspandoeken van weleer zijn ingewisseld voor overlegstructuren. Niet meer tegen de gevestigde orde vechten, maar samenwerken mét de gevestigde orde. Dat is toch een hele vruchtbare ontwikkeling geweest voor ons werk. We waren geen vijanden van elkaar, we wilden hetzelfde bereiken. Het ging veel meer om het finetunen van de route hoe je daar samen dan moet komen. We zaten veel meer in overleg met alle partijen uit het sociaal domein. Er was aandacht voor elkaar. We luisterden, we namen elkaar serieus. Dat paste bij onze organisatie. Het woordje ‘koppel’ staat niet voor niets in de naam van mijn jarenlange werkgever.”

‘Proactieve aanpak geeft veel meer resultaat’

“Een mooie ontwikkeling waar de samenleving zeker veel aan gehad heeft, is het ontstaan van het gemeentelijke Multidisciplinair Team. Dat was een overlegstructuur van jongerenwerkers, politieagenten, ambtenaren, CJG en verslavingszorgmedewerkers bij elkaar zaten. Op deze manier wisten we veel beter wat er speelde in een wijk of waar jongeren problemen hadden. Je reageert niet meer op wat er fout is gegaan, je gaat juist naar een proactief aanpak. Dat heeft veel meer resultaat.”

“Ik ben niet gauw gefrustreerd. Ik heb daarom ook nooit een hekel gehad aan mijn werk bij Koppel-Swoe. Dat scheelt wel. Op zo’n manier gaat de tijd ook heel snel. Natuurlijk was er wel eens een maandagochtend dat ik vanwege een lang weekend wat moeilijk op gang kwam, maar ik stapte altijd vrolijk op de fiets om naar het werk te gaan. Tot aan de laatste dag. Mijn idee? Je moet je vooral niet gek laten maken.”

“Vooral de donderdag vond ik een prachtig. Dat was doorgaans een dag waarop er veel moest gebeuren. Je was dan lekker druk met van alles en nog wat. Maar je wist ook dat je een heel end op weg was naar het weekend. Hahaha…”

“Nu is het overigens wel zo dat er in die laatste tijd bij Koppel-Swoe op privégebied de nodige vrolijkheid ontbrak. Mijn vrouw werd ziek, we hebben als gezin een moeilijke tijd gekend. Daarom heb ik indertijd ook geen officieel afscheid genomen bij Koppel-Swoe. Mijn hoofd stond er niet naar.”

“Vorig jaar is Bertha helaas overleden. Heel tragisch, maar het ging niet meer. De afgelopen maanden ben ik mijn vrije tijd dus wat anders aan het invullen. Ik kijk eens een serie, ik lees eens een boek. Ik wandel af en toe en ik knutsel wat in huis. Ik ben ook aan een ander projectje begonnen. Mijn vrouw schilderde graag. Ik heb alle schilderijen die ze in haar leven gemaakt heeft, gefotografeerd. Ik wilde ze vastleggen voor onze kinderen. Zodat ze weten welke mooie schilderijen hun moeder gemaakt heeft.”

Levensles van Jan de Graaf

“Nu ik wat meer vrije tijd heb, zit ik ook nog wel eens op internet te surfen. Ik heb bijvoorbeeld ook een eigen Facebookpagina, waar ik af en toe nog wel eens op gluur. Onlangs kreeg ik daar een berichtje van iemand die ik ken vanuit het jongerenwerk. Na jaren meldde ze zich bij me en vertelde dat ze nog vaak aan me moest denken. Ik snapte niet goed waarom en vroeg haar naar de reden. Ze vertelde dat ik haar op een moeilijk moment in haar leven enkele adviezen had gegeven die ze ter harte had genomen. Ze gebruikte soms verslavende middelen, kwam in geldnood en had het moeilijk. Ik heb haar geprobeerd uit te leggen wat de risico’s van haar gebruik waren. Ze heeft er klaarblijkelijk iets mee gedaan en gebruikte mijn reactie nu als letterlijke levensles voor haar eigen kinderen. Dat klinkt allemaal best wel klein, misschien. Maar wat mij betreft is het vooral een prachtig voorbeeld wat je als jongerenwerker zoal kunt bereiken.”

“Dus om nog even op die eerste vraag terug te komen: werken is een prachtige manier van tijdverdrijf. Maar als je ervaart dat je als welzijnswerker of jongerenwerker iets bereikt hebt bij iemand, hoe klein ook, dan geeft dat steeds weer nieuwe innerlijke brandstof om door te gaan.”

Dit vind je misschien ook interessant!

EpeVertelt! De Tovertuin

EpeVertelt! is een rubriek waarbij EpeDoet! mensen uitnodigt die vertellen over het vrijwilligerswerk dat zij doen. Voor deze editie zaten we op een mooie woensdagochtend...
Meer lezen?
© 2024 Media Magneet