Sinds Vaassenaar Jan Vedder ruim dertig jaar geleden in de gemeente Epe kwam wonen, heeft hij veel gevarieerd vrijwilligerswerk gedaan. Soms wel en soms niet in het verlengde van zijn baan als Coördinator Erfgoedbeleid bij de provincie Gelderland. Als je hem daarover interviewt komen de afgelopen zes jaar boven drijven. De periode waarin hij voorzitter is van het streekmuseum Hagedoorns Plaatse. Het is zoiets als tweede woning geworden.
“Moet je weer naar je werk toe?” Het is de vraag die zijn vrouw hem stelt als hij zich gereed maakt voor weer een fietstocht over de route van de oude spoorbaan richting de buurtschap Zuuk. Daar bracht hij tot de komst van parttime directeur Patrick Reeuwijk aan opgetelde uren twee dagen per week door. We slaan dus zijn langjarige verdiensten op het gebied van het welzijnswerk (Buitenlandse Werknemers, welzijnskoepel SSCW en Koppel) maar even over en houden het wat zijn aandeel in de Kunstcommissie betreft en het bestuur van de school die nu Mozaïek heet, bij de vermelding. Veel liever houdt hij een pleidooi voor het museum. “Ik hield me als regelneef bij de provincie bezig met geschiedenis, musea, archeologie en voornamelijk monumenten als kerken en kastelen. Nu kom ik met de praktijk in aanraking. In een museum-met-pit, zoals ik dat ook al van de buitenkant had ervaren.”
U zou liever zien dat we met de ruim zestig vrijwilligers om de tafel gaan zitten….
“Ja, omdat ze hun handen laten wapperen. Wanneer ik me met de elektriciteit ga bemoeien, moet je er direct de ziekenwagen bij zetten Ik wil mijn taak niet dikker en niet dunner maken dan ze is. Ik werd gevraagd omdat een vacature voorzitter was ontstaan. Er moest een vernieuwingsslag worden doorgevoerd. Niet alleen koffiedrinken aan de vergadertafel. Ik raakte onder de indruk van het mooie en belangrijke werd dat hier plaats vindt. Tja, dan ben je een tijdje meewerkend voorman”
Toen kwam corona
“Zeg dat wel. De boel dicht. We hebben ons de vraag gesteld waar nog wat te bezuinigen viel en of er een alternatieve manier was om nog wat geld te verdienen. Dat lukte enige tijd met het open stellen van het terras, maar dat was niet veel meer dan een druppel op een gloeiende plaat. Gelukkig rust er geen hypotheek op dit complex. Ook organiseren we nu digitale lezingen. We krijgen als één van de tien echte museumboerderijen in ons land een kleine subsidie. De onderhoudsploeg kan door, maar veel vrijwilligers hunkeren naar het moment dat ze weer aan de slag kunnen. Het missen van het sociale contact is voor hen een kwelling. We hopen dat de boel tegen de zomer weer open kan. Het aantal vrijwilligers is geslonken door overlijden, verhuizing en zeker ook door corona. We hebben dringend behoefte aan instroom van nieuwe mensen. Je kunt je hier op tal van manieren verdienstelijk maken. Onderhoud, rondleidingen, gastheer/gastvrouw en werken in de moestuin. We zorgen ervoor dat je iets wat je graag wilt doen, maar nog niet beheerst, onder de knie krijgt. En als iemand een kandidaat secretaris voor ons weet houden we ons aanbevolen.”
U noemde het woord vernieuwing
“Daar zijn we druk mee doende. Mensen zijn minder geïnteresseerd in dagtochten met een bus. Je moet je meer richten op de eigen inwoners en recreanten. Daar is een wereld mee te winnen. We willen een leuk aanbod voor kinderen op her erf realiseren. (Groot)ouders kunnen op het terras verpozen; wij houden de jeugd bezig. Denk ook aan een puzzeltocht of iets dergelijks. In de moestuin zaaien we vier historische graansoorten in met de oogst waarvan we leuke dingen kunnen doen. We zouden liefst 30 klassen van basisscholen op bezoek krijgen in het kader van de tentoonstelling 75 jaar bevrijding. Corona maakte dat onmogelijk. Daar maken we dan maar 76 jaar van.”
Een goede relatie met de gemeente?
“Absoluut. We krijgen subsidie, maar belangrijk is ook dat ze meeleeft en vraagt of we het kunnen redden. Ze helpt ons bij het aanvragen van vergunningen en we hebben in Patrick Reeuwijk een man die zich het vuur uit de sloffen loopt.
Ik krijg een kick van wat aan vrijwilligheid wordt opgehoest om deze milieuvriendelijke slechtweer accommodatie in stand te houden. We werken aan een nieuw beleidsplan. Dit culturele erfgoed mag niet verdwijnen. Onze inwoners moeten er trots op zijn.”